Lui oog
Een lui oog (amblyopie) is een oog dat een slecht gezichtsvermogen heeft, doordat het oog zich niet normaal heeft kunnen ontwikkelen. Meestal is maar één van de ogen lui, maar soms ook beide ogen.
Afhankelijk van de leeftijd komt dit bij 2 tot 5 op de 100 kinderen voor.
Oorzaken van een lui oog
Er zijn drie hoofdoorzaken waardoor een lui oog kan ontstaan.
- Scheelzien. Je kind kan dan dubbelzien. Je kind gaat vaak één oog minder gebruiken om toch één beeld te houden. Daardoor wordt dat oog lui en ziet het steeds minder.
- Een groot verschil in sterkte tussen beide ogen. Je kind gebruikt het oog met de sterkste afwijking dan minder. Dat oog wordt lui. Deze vorm zie je vaak bij kinderen van drie tot zes jaar. Je merkt er als ouder niets van omdat één oog het prima doet. Het wordt alleen ontdekt bij een oogonderzoek.
- In een of beide ogen kan geen beeld gevormd worden. Bijvoorbeeld doordat het bovenste ooglid over het oog valt of doordat de lens troebel is (staar). Hierdoor kan je kind al binnen enkele weken na de geboorte een lui oog krijgen. Daarom wordt er bij de eerste onderzoeken van je baby al naar gekeken.
Vroege ontdekking is erg belangrijk
Het is belangrijk dat een lui oog zo vroeg mogelijk wordt ontdekt en behandeld. Hoe jonger je kind, hoe beter meestal het resultaat van de behandeling. Daarom wordt je kind een aantal keren onderzocht. Als 'luie ogen' in de familie voorkomen, is extra aandacht belangrijk. Als je kind ouder is dan zes jaar kan een lui oog meestal niet meer verbeterd worden. Behalve als het luie oog komt door een groot verschil in sterkte tussen beide ogen. Dan is behandeling na het zesde jaar nog wel mogelijk. Als je kind tien jaar is, is de ontwikkeling van het oog klaar. Dan kan het luie oog niet meer verbeteren.
Oogonderzoek bij de Jeugdgezondheidszorg
De ontwikkeling van het zien gaat door tot je kind ongeveer tien jaar is. In Nederland is het onderzoek van de ogen onderdeel van het PGO (preventief gezondheidsonderzoek) bij de jeugdgezondheidszorg. Bij dit onderzoek vraagt de jeugdarts altijd of er in de familie oogafwijkingen voorkomen. In twijfelgevallen verwijst de jeugdarts je kind door naar een oogarts of een orthoptist.
Hoe wordt een lui oog behandeld?
Bij de behandeling wordt je kind gestimuleerd het luie oog te gebruiken. Hiervoor wordt het goede oog voor een bepaalde periode elke dag enige tijd afgedekt met een oogpleister. Hoe lang dat duurt, hangt onder andere af van de leeftijd van je kind en hoe slecht het oog kan zien. Soms duurt het afplakken wel tot je kind tien jaar is. Als er een hoge sterkteafwijking is, kan je kind een bril krijgen om het zien te verbeteren. Soms moet de oogarts eerst de staar of het hangende ooglid opereren.