Je peuter is de hele dag bezig met blokken stapelen, schooltje spelen, knutselen, de pop aankleden of met de brandweerauto racen. Kinderen zijn dol op spelen. Alles is spel.
Spelen is leuk en stimuleert alle ontwikkelingsgebieden: taal, denken, sociale vaardigheden en de motoriek.
Tussen nul en zes jaar is spel de belangrijkste bezigheid voor een kind. Kinderen spelen voor hun plezier en niet omdat ze graag iets willen leren. Voor een jong kind is het resultaat niet belangrijk. Als kinderen spelen, zijn ze actief bezig, maar tegelijkertijd leren ze wel een heleboel.
Kinderen leren spelenderwijs de wereld om hen heen begrijpen. Ze doen tijdens het spelen nieuwe ervaringen op. Daarbij zijn de zintuigen heel belangrijk. Vanaf de geboorte ziet, hoort, voelt, ruikt en proeft je kind dingen. Zo merkt je kind bijvoorbeeld dat een bal gaat rollen als je ertegen duwt en een blokje niet. Kinderen proberen ook van alles uit om te zien wat er dan gebeurt. Als je op dat knopje drukt, dan gaat het licht aan. Na een paar keer proberen weet je kind hoe dat werkt. Tijdens spelen wordt er vaak veel gepraat, en spel is de meest geschikte situatie om met andere kinderen om te leren gaan.
Kinderen kunnen met van alles spelen: een stoel is een auto, een deksel het stuur. Voor jonge kinderen is spelen ook helpen bij karweitjes, bijvoorbeeld plantjes water geven. Ook met allerlei (kosteloze) materialen in en rond het huis kan je kind veel doen.
Kijk voor meer beweegtips op Allesoversport.nl.
Het kan zijn dat deze tekst (nog) niet helemaal klopt volgens de laatste RIVM-Richtlijnen. Houd bij het opvolgen van onze tips en adviezen altijd rekening met deze richtlijnen om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan.